De skeletten van het onderzoek werden door de archeologische gemeentelijke dienst opgegraven op het Sint Janskerkhof in 's Hertogenbosch. De archeologische gemeentelijke dienst bestaat uit circa 10 personen. De dienst heeft vier functies die achtereenvolgens behandeld zullen worden. De eerste functie is het opgraven. De tweede functie bestaat uit het uitwerken, publiceren en beheren van de opgravingen. Het is lastig om hiervoor voldoende tijd te reserveren. De derde taak van de dienst is advies geven aan het gemeentelijk bestuur voor o.a. bestemmingsplannen. De archeologische dienst heeft als laatste functie het geven van educatie. De laatste 25 jaar hebben er honderd grote opgravingen plaatsgevonden. Er zijn zeven onderzoeksthema's die hieronder zijn weergegeven:
Onder het grafveld waren resten van woonhuizen uit 1200 tot 1419 te vinden. Geschat werd dat er veel meer dan 400 skeletten begraven waren. Aangezien er weinig tijd, budget en mankracht was werd er besloten om drie steekproeven te doen. De afstanden tussen het maaiveld en het niveau van de steekproef waren respectievelijk 40 cm, 80 cm en 1 m. Uiteindelijk zijn er 421 afzonderlijke begravingen in de steekproef ontdekt. Er zijn ook scherven gevonden, veelal uit de zeventiende of achttiende eeuw. Ten gevolge van voorafgaande omspittingen zijn deze wat gaan "zwerven". Uit deze periode zijn geen skeletten gevonden. Er is een C14-bepaling gemaakt van een van de middeleeuwse skeletten. Hieruit bleek dat het skelet met 63%-betrouwbaarheid uit de periode 1394 tot 1428 afkomstig was. De kisten op het kerkhof werden gestapeld met een centimeter zand ertussen. Ze waren veelal gemaakt uit zilverspar; de goedkoopste houtsoort. Door hun trapeziumvorm was het mogelijk de kisten om en om neer te legggen ter besparing van ruimte. Bij de skeletten zijn rozenkranzen gevonden die tussen de handen van een overledene werden geplaatst. Door het koper van deze kransen worden sommige skeletdelen zoals handbeentjes en het bekken soms groengekleurd teruggevonden. Tevens zijn bedevaartmedailles gevonden die uit de periode 1837 tot 1844 stammen. Het kerkhof heeft tot 1810 dienstgedaan als katholiek armenkerkhof. Tachtig procent van de totale bevolking was katholiek in die tijd. Er werden o.a. geesteszieken, bedelaars en | 2 |
verdronkenen begraven. Ook lagen er lichamen waarop secties was gepleegd. Elke vijfjaar werd het kerkhof uitgediept om meer ruimte te krijgen. De periode van de zeventiende en achttiende eeuw was een economisch slechte periode. De bevolking nam af en was gevoelig voor grote epidemieen. Deze opgraving is de eerste opgraving van een grote populatie armen uit de zeventiende en achttiende eeuw in Nederland. De gevonden skeletten werden na bestudering door archeologen overgebracht naar het anatomisch laboratorium van de Universiteit Leiden. Via het Physical Anthropological Report en de 'manual', o.a. opgesteld door dr. G.J.R. Maat, werden de skeletten onderzocht op vier kenmerken. Deze zijn het geslacht, de leeftijd, de lengte en de pathologie. Wij hebben acht skeletten onderzocht waarvan de botten stevig waren, maar vaak waren er postmortem breuken onstaan en ook de uiteinden van de botten ontbraken vaak. | 3 |